Via kwant onderzoek bepalen met welke middelen (ruimtegeometrie, meubilair, digispul, boards etc) het leren in een (virtuele) ruimte het meest effectief is.
Lijkt me zeer relevant in deze tijd waarin veel nieuwbouw is met architecturen gebaseerd om het nieuwe leren te ondersteunen.
Wat bleek:
- het aantal vragen is oneindig want spullen en combi's daartussen is oneindig.
Dus
- beperk vragen tot een bepaalde ruimte waarvoor de spullen een gegeven zijn,
- beperk tot een bepaalde leerlingenpopulatie met hun specifiek kenmerken waarvoor bepaalde spullen (ook hun eigen) een gegeven zijn.
En hoe meet je het effect op jet leren? En dan meer specifiek door
- als je het gedrag van leerlingen observeert,
- als je vooraf en achteraf meet in leerresultaat of leerlingervaring.
Hoe belangrijk voor het meten is de regelmaat en intensiteit van gebruik van de middelen?
Boeiend onderwerp dat bij mij de vraag oproep hoeveel onderzoeksresultaten er al beschikbaar zijn.
Ferdi van Engelen, ROC Leiden
Een reactie posten
<< Startpagina